De creatieve avonturen van een Wolvrouw (meestal) en een Houtman (zo nu en dan)

.


woensdag 29 mei 2013

Vijftien

Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik heb de neiging om mijn agenda vol te proppen.  
Propvol.
Toen twee weken geleden bekend werd dat er een ouder te weinig was om mee te gaan met de geologieweek van Puberzoon, gaf ik me ogenblikkelijk op. Zonder na te denken.
Dat had ik natuurlijk wel moeten doen.

Nu had ik de weken daarvoor verschillende logees in huis gehad. Een tante die in het buitenland woont en één keer per jaar naar Nederland komt en een uitwisselingsscholier uit Denemarken. Allebei heel gezellig en heel druk.
De dag voor ik vertrok had ik een markt in de buurt van Deventer. Ook heel gezellig en heel druk.


Geeft niets dacht ik, ik neem gewoon boek en breiwerkje mee naar de Ardennen en kom daar wel weer tot rust.
De bedoeling was namelijk dat ik iedere dag voor mijn klas de bagage van kamp A naar kamp B bracht en genoeg voedsel achterliet voor avondeten , ontbijt en lunch. De rest van de dag zou ik op het basiskamp zitten, met wat andere klasse-ouders. Je zou toch denken dat je dan wel wat tijd voor jezelf overhoudt, toch?

de boodschappen

het basiskamp
Niet dus. Het waren namelijk vijftienjarigen. 
Hebben jullie vijftienjarigen? Dan weet je genoeg. Voor de anderen: het is de meest onpraktische leeftijd die een mens doormaakt.  

We hadden vier dagen lang bijna onafgebroken regen. De laatste nacht was het bovendien min één graad Celcius. Maar als je vijftien bent, neem je het niet zo nauw met inpakken, er zijn op dat moment belangrijkere dingen. Je laat je schoenen en handdoek gewoon buiten op het gras liggen en gaat vervolgens de hele dag op pad. Als je 's avonds (in de regen) terugkomt ben je geschokt dat alles zeiknat is.
Verbolgen zelfs.


Jullie kunnen je voorstellen dat een natte slaapzak niet veel warmte meer geeft als het 's nachts heel koud is. En dat natte schoenen heel vervelend zijn als je het toch al koud hebt.
Een miserabele leeftijd, vijftien.


Mijn leerlingen moesten zelf, na de dagmars en na het opzetten van hun tentjes, op een gasstelletje hun avondeten bereiden. Daarvoor hadden ze pannetjes, een bord, beker en bestek bij zich. Maar als je iedere dag een nieuw kamp moet maken en weer moet afbreken blijven er wel eens dingen liggen, vooral als je vijftien bent.
Serieus, alles raakten ze kwijt!
Dat wil zeggen, alles behalve hun mascara. Want, dat moet ik ze nageven, ze zaten iedere ochtend weer strak in de make-up, de dames van vijftien.

De laatste dag kookte ik soep, zodat ze in ieder geval niet meer hoefden te modderen (letterlijk) met hun kooktoestelletjes. Vijftien liter warme tomatensoep.
Die avond was ik de populairste moeder van de school.


Hoe het verder met ze ging? Ze kwamen allemaal weer gezond thuis, vol levenswijsheid, bescheidenheid, tevredenheid en dankbaarheid.
Tot de eerste stop.
Want het blijven vijftienjarigen.


maandag 6 mei 2013

Lenteschoonmaak

Kennen jullie het verhaal van mijn Grote Lenteschoonmaak?
Juist, het gebeurde nooit.

Logisch, want er is altijd heel veel te doen wat vele malen leuker is dan schoonmaken. Bovendien is het juist in de lente dat de zon zich meer laat zien en dat nodigt niet bepaald uit om met een doek om je hoofd onder bedden te gaan stofzuigen.

Kievitsbloemen, speenkruid en insectenhotel
Ik behoor tot de groep mensen die alleen het hoogstnoodzakelijke schoonmaakt (je zult me dus niet op de TV zien omdat mijn huis zó vervuild is dat het publiek ervan smult).
Gouden Regel: dat waar je ziek van kan worden moet redelijk schoon blijven (dus keuken, badkamer en wc). Dat houdt ook in dat je bij ons op een zonnige dag niet door de ramen kan kijken. En dat er soms wat stof ligt hier en daar.
Kniesoor die daar op let.

Maar goed, het is eindelijk lente en ik kreeg toch wat kriebels in een diepgelegen, primaire laag in mijn brein.
Omdat mijn gedachten echter niet stilliggen als ik aan het werk ben (in tegenstelling tot bij mannen, heb ik begrepen) bedenk ik steeds dingen die ik even snel tussendoor wil doen of zeggen of (zoals nu) opschrijven. Voor jullie, uiteraard.
Zo is er opeens een uur voorbij.

Dan kom ik tijdens het afstoffen van de kast mijn blik met knopen tegen. Die maak ik dan natuurlijk even open om te kijken hoe leuk ze ook alweer zijn.
Een uur later heb ik ze allemaal op kleur gerangschikt en in aparte zakjes gedaan.
Maar het kastje is nog steeds onafgestoft.



Vervolgens maak ik het zeepbakje in de keuken schoon en erger me aan het feit dat die prachtige zeep van Marieke (groene thee, rode klei en jeneverbes) wegens een ontwerpfout de hele tijd in een plasje water ligt. Wie ontwerpt er nou een zeepbakje waarbij de zeep niet droogligt!
Weer een uur later ligt de zeep in een handig en kleurrijk zeepbakje van Lego en heeft het doosje lucifers ook maar meteen een bijpassende opbergplek.
Kinderachtig? Misschien, maar wel praktisch en vrolijk.




Tenslotte heb ik, tijdens het uitruimen van mijn bureau, ook alle punten van mijn mooie potloden maar weer eens geslepen. En er een mooie tekening voor de plaatselijke Oranjevereniging  mee gemaakt.



Kortom, het huis wordt er niet schoner op, maar ik ben na zo'n dag eigenlijk toch een heel tevreden mens met een heel opgeruimde geest.
Dat is pas een lenteschoonmaak.